Door een kwartdraai te maken in de trap verandert de draairichting van de trap. Wanneer de trap 1 kwartdraai maakt van 90° dan spreken we van een kwarttrap. De treden aan de binnenkant zijn minder breed dan aan de buitenkant. Op ongeveer een derde uit de buitenkant zijn allen treden even breed, hier bevindt zich de zogenaamde denkbeeldige looplijn. Zo blijft de trap makkelijk beloopbaar. Bij een onderkwart bevindt de draaiing aan de onderzijde van de trap.